ARCHIEF 'CINE FOLLET'

FILM OP HET MENU


Op 9 juni mogen de restaurants opnieuw binnen serveren en gaan de bioscopen na 7 maanden open. Vanaf dan kan er eindelijk weer cinema op groot scherm gedegusteerd worden. In tegenstelling tot mensen die snakten naar een verse pint op een terras, hoorde ik weinig cinefielen - dat zijn mensen zoals ik met een vreemde filmziekte - protest aantekenen tegen de lange sluiting. Hopen maar dat de filmzalen een consistent actueel pakket kunnen aanbieden. Niet zoals vorig jaar in juni een handvol afdankertjes.

In Frankrijk - waar de bioscopen vroeger starten - schijnt er nu al een overaanbod te zijn. Ook dat is niet goed. Mensen willen gegidst worden naar een interessante film. Anders houdt het bestaansrecht van deze pagina op.


In afwachting behelp ik me nog 2 weken met mijn voorraad dvd's. Al was er gisteren enige frustratie. Mijn gekozen film begon - zoals vaak - ongevraagd met de snoeiharde "Piracy is a crime"-waarschuwing. Een groezelig filmpje met een vreselijk klanktapijt. In de 45 seconden dat het onding duurt, staat het beeld geen seconde stil, danst een afschuwelijk lettertype over het scherm en word ik als kijker beledigd. Want mocht ik een illegale kopie bekijken, verschijnt die 'officiële' boodschap zeker niet vooraf. Iets beleefder is het "Brein"-filmpje maar ook dat hakt er op in door zijn lawaaierige muziek. Ik heb geleerd om vooraf de klank op nul te zetten om mij deze herrie te besparen. Bij sommige dvd's worden vooraf enkele lanceerfilmpjes van ondertussen volstrekt vergeten films in de maag geramd. Doorspoelen lukt niet: 'functie niet toegewezen' verschijnt op het scherm. Daarna komt het filmmenu in beeld. Ik hou van duidelijk en overzichtelijk zonder tierlantijntjes. Helaas zijn er webdesigners met een verregaande creativiteit: zoek zelf maar uit welk icoontje waarvoor staat, welk kleur waar moet oplichten of hoe je naar het volgende overzicht kan gaan. Voor een cinefiel die heel graag alle extra's raadpleegt een bron van ergernis. Op de dvd-uitgave van één van mijn favoriete films geraak ik maar niet uit aan het selecteren van de gesproken taal. De enige versie die me wordt aangeboden is een Frans gedubde versie hoewel ik de keuze heb uit wel tien talen. Als een film tegenvalt, durf ik wel eens te kiezen voor de Hebreeuws gesproken versie om er toch nog een beetje plezier aan te beleven.


Eens je de handleiding van zo’n creatief filmmenu ontdekt, kom je soms voor aangename verrassingen te staan. Zo zag ik onlangs een dvd terug waarvan ik plots door het indrukken van een foute toets op de afstandsbediening een weelde aan nooit geziene documentaires bij de film ontdekte. Het was 3 uur 's nachts toen ik mijn televisietoestel uitfloepte.

Het zal me in de bioscoop niet overkomen.

Ik stel alvast een smaakvol cinemamenu in 3 gangen samen voor 9 juni.

OMA AAN DE TOP


Vier avonden lang komt Miss Marple weer bij mij langs. Het mag langer duren maar Margaret Rutherford heeft slechts 4 Miss Marple-films gedraaid tussen 1961 en 1964. Als David Suchet de ultieme Poirot is, blijft Margaret Rutherford de gedroomde Miss Jane Marple. Amateur speurneus maar vooral flinke bemoeial volgens de plaatselijke inspecteur. Het is gevaarlijk toeven in haar gezelschap want waar Jane komt, gebeuren moorden. Keurige moorden: geen afgehakte ledematen of bloederige taferelen. "Seven" of de hyperrealistische Scandinavische misdaadreeksen zijn veraf. Het moordwapen is vaak amusant: een messcherpe broche of vergif in een doos met snuiftabak. Er zit regelmaat in het moordpatroon: 3 stuks per film. In elk verhaal infiltreert Marple in een milieu om de dader te ontmaskeren. In de eerste "Murder She Said" wordt ze huishoudster, in "Murder Most Foul" laat ze zich inlijven bij een theatergezelschap, in "Murder At The Gallop" logeert ze in een hotel annex manège en in "Murder Ahoy" eist ze een kajuit op van een schip vol matrozen.


Natuurlijk ken ik elke intrige door en door en weet wie de sluwe moordenaar is. In de eerste kon je er gif op innemen dat het Arthur Kennedy was. De acteur met 5 Oscar-nominaties zou nooit tevreden zijn met een onbenullige bijrol als dokter en moest aan het einde van de film schitteren als booswicht. Die wat doorzichtige blunder werd later niet meer gemaakt: de bekende acteurs - Ron Moody, Robert Morley en Lionel Jeffries - gingen allemaal vrijuit.

De zwart/wit films baden in een heerlijke ouderwetsigheid. Het woord bestaat niet, ik heb het zelf uitgevonden. Hoewel weggezet als komische thrillers zijn het geen dijenkletsers. Voor deze films werd de term binnenpretjes uitgevonden. Ze hebben een vinnig ritme, ondersteund door schitterende muziek, prachtige settings - je wil zo naar het landelijke Engeland - en vinnige dialogen. Rutherford doet geen enkele moeite om grappig te zijn maar haar lichaamstaal en kurkdroge conclusies spreken boekdelen. Als Marple een pruillip trekt, weet je genoeg. In "Murder She Said" moet ze de keuken delen met Joan Hickson, die vanaf 1984 in een tiental televisiefilms de rol van Miss Marple hernam. "Father Brown" en tal van andere nostalgische crimi’s zijn schatplichtig aan deze serie.


Ik heb een heel actief droomleven. Zo erg zelfs dat ik in het holst van de nacht geen licht maak voor een bezoek aan het toilet om het vervolg van mijn droom niet te verstoren.

In mijn dromen maakte Margaret Rutherford als Miss Marple al een veelvoud aan op mijn maat gemaakte misdaadthrillers: zo loste ze moorden op in de radiostudio, op de kermis, in het circus én op het songfestival. Het kan niet gek genoeg.


Ik ben bovendien één van die luttele 12% die grotendeels in zwart/wit droomt.

Komt dat even goed uit.

IVAN, BORIS & IK


Het is geen essentiële verplaatsing en zelfs op afspraak geraak ik er niet binnen, maar toch rij ik af en toe langs de bioscopen waar ik trouwe klant ben. Correctie: was. In meer dan een half jaar kwam ik niet meer in de cinemazaal en dat begint serieus te knagen.

Bioscopen nu zien er uit als troosteloze betonnen dozen. Ook de omliggende tavernes ogen verlaten: stoelen op de tafels, verdorde planten voor het raam. In het zalencomplex van Turnhout waar ik de jongste tijd het meeste van mijn cinemavoer verslond, sloot een grote supermarkt en kwam een bowlingzaal in de plaats. Ook daar blijven alle ballen tot nader order in het rek.


Ik wil wat graag Oscarwinnaar "Nomadland" keuren, ontdekken hoe goed Anthony Hopkins wel moet zijn in "The Father" om favoriet Chadwick Boseman zijn postume Oscar af te snoepen. Die film krijgt nog een eerlijke kans in de bioscoop zodra ze open mag* maar voor "Nomadland" en "Soul" moet ik op Disney+ afstemmen, voor "Mank" heb ik een abonnement op Netflix nodig en "The Sound Of Metal" is exclusief op Amazon Prime te zien. De moderne tijd, net wat u zegt, maar het maakt me wat melancholiek. Met dank aan "Het Dorp" van Wim Sonneveld.

Het idee dat ik deze films naar waarde moet schatten op mijn kleine scherm omringd door een snel groeiende kamerplant, een stapel dvd’s en verdwaalde paasattributen stemt me niet blij. Audrey Hepburn waakt als patroonheilige over mijn bescheiden cinemahoekje in het salon. Koop een groter TV- scherm - hoor ik u denken - maar dat is nét wat ik niet wil. Ik wil trouw blijven aan de cinema. De beleving in de bioscoop blijft uniek, al teken ik niet voor een propvolle zaal met knisperende popcorn en oplichtende smartphones.


Nog meer dan het nieuwe filmaanbod mis ik het huispersoneel van de bioscoop. Ivan, Boris, Bert, Kevin, Monique en Denise. Ivan is de stoer uitziende bonk met oorring en paardenstaart die vroeger in de bouw werkte, maar na een zwaar ongeval zijn rug moet sparen en de kaartjes scheurt. Hij doet veel meer: Ivan heet u welkom, is heel attent voor kinderen en rolstoelgebruikers. Door de jaren heen hadden we diepgaande gesprekken tussen 2 films door. Boris is de jobstudent die zijn passie voor cinema laat oplaaien. Kevin is de vrolijke conciërge die ooit een lekke band van mijn wagen op de parking verving terwijl ik prinsheerlijk van een film genoot. Monique en Denise zijn de toiletdames die als eerste opvangen wat het publiek van de film vindt. En Bert is de grote baas, om wie ik me zorgen maak. Een mailtje om te vragen of de bioscopen enig perspectief hebben, blijft al maanden onbeantwoord.


Ivan, Boris et moi. Het doet me denken aan een prettig liedje van zangeres en actrice Marie Lafôret, die overleed in november 2019 en nooit geweten heeft wat corona betekende voor de toekomst van de cinema.


*Ondertussen is er goed nieuws: op 9 juni mogen de bioscopen eindelijk heropenen.

GOUDEN RIK


Het klinkt oneerbiedwaardig maar de op 21 april overleden acteur Rik Andries neemt al jaar en dag een prominente plek in op mijn… toilet. Hij vertoeft er in het uitstekende gezelschap van Senne Rouffaer, Nand Buyl, Jef Demedts en Frank Aendenboom. Boven de lavabo hangt een paars houten boekenrekje - alles in mijn wc is paars geschilderd (vraag me niet waarom) - met alle boeken van de beroemde BRT-jeugdfeuilletons uit de jaren 60.

Jef Cassiers waakt er over dat de gebruiker van mijn toilet de handdoek keurig weer op zijn plaats hangt. Zijn foto komt uit "Midas", een jeugdreeks die paste in het rijtje moderne feuilletons zoals "Axel Nort" en "Kapitein Zeppos". Die werden afgewisseld met de historische feuilletons zoals "Fabian Van Fallada" en "Johan en de Alverman". Volgens Wikipedia was "Midas" nooit een groot succes, maar dat durf ik aan te vechten. Bij ons thuis keken we er massaal naar.


Ik vond Rik Andries als Peter Paracelsus, die een formule bedenkt waarmee je goud kan maken en een spionagebende achter zich aan krijgt, een veel dynamischer personage dan stijve hark Axel Nort met zijn suffig geruit hoedje en meer van deze wereld dan Kapitein Zeppos die op zijn paard Filos een zekere aristocratie uitstraalde. Rik Andries kon mijn vader zijn. Halfweg de serie wordt hij ontvoerd en brengt een tijdlang op zee door op een boot tot hij kan ontsnappen, overboord springt en uitgeput aanspoelt op het strand. Uiteindelijk wordt hij herenigd met zijn gezin. Goed voor 2 spannende afleveringen in een reeks van 16. Zijn eigen vrouw en zoontje herkennen hem zelfs niet want hij heeft intussen een volle baard. Ik weet nog dat ik toen als 8-jarige smeekte aan mijn vader om ook zo'n baard te laten groeien. Hij weigerde.

Dankzij Rik Andries kreeg ik op jonge leeftijd mijn eerste spuit tegen tetanus: Peter Paracelsus maakte bij een achtervolging een sprong van één verdiep en dat wou ik ook kunnen: ik lanceerde me van het dak van onze garage op een ton in de tuin die door en door verroest bleek. Mijn stunt mislukte en mijn hand moest worden genaaid. Ik toonde vol trots mijn litteken over de hele lengte van mijn duim aan mijn klasgenoten. Nog steeds word ik herinnerd aan het feit dat ik heel even Midas of Rik Andries was.


Hij werd natuurlijk in de serie omringd door sterke vrouwen: Elvire Deprez, Chris Lomme, Kris Smet én Janine Bischops, die altijd met veel waardering over haar KVS-collega sprak. Nooit was in een jeugdreeks het vrouwelijk overwicht zo opvallend. En er was Jef Cassiers die als de spion Blabber in de gekste vermommingen opdook.


Ik vond Rik Andries ook best indrukwekkend als "De Kat" maar er ging niets boven "Midas".

Daarom voel ik me genoodzaakt het zinnetje 'de serie was nooit een groot succes' aan te passen op de Wikipedia-pagina.

Dat ben ik aan Rik Andries verschuldigd.

EERSTE HULP BIJ SOMBERE GEDACHTEN


Corona blijft verlengingen spelen en de paaspauze was door omstandigheden behoorlijk eenzaam. Somberheid dwaalde door mijn hoofd, een gevoel dat ik maanden op afstand kon houden. De tijd vloog gelukkig voorbij door een druk werkschema maar op het einde van de avond wil een mens toch graag wat volk over de vloer. Ik had het even gehad met de moordmysteries van Poirot en Father Brown en greep daarom voor het slapen gaan naar "Are You Being Served?", de mythische BBC comedy-reeks uit de jaren 70.


U weet wel, de lotgevallen in het grootwarenhuis Grace Brothers waar Mrs. Slocombe als een kloeke hen waakt over haar sexy knickers en Mr. Humphries met diepe stem 'menswear' aanprijst aan de telefoon. Tussen hen beiden staat Captain Peacock, een houten klaas die totaal overbodig is op de werkvloer maar iedereen attendeert op de hiërarchie en waanzinnige regeltjes. De Britse variant en voorloper van onze "Collega’s".

Miss Brahms, Mr. Lucas en Mr. Grainger zijn allesbehalve keurpersoneel. Ze roddelen erop los, verliezen hun geduld bij een klant of smeren hem een foute kledingmaat aan en blinken niet uit door werkijver. Ze zijn zelden vriendelijk voor elkaar. Interne conflicten worden opgelost op het bureau van Rumbold, die vaak het mikpunt is van spot door zijn domme opmerkingen en uiterlijk.

De serie is hopeloos incorrect, bezondigt zich in elke aflevering aan metoo uitschuivers, dubbelzinnigheden en platitudes. Eén van mijn favoriete afleveringen "German Week" is gedoemd om vroeg of laat verbannen te worden: alle clichés over de Duitsers - ook de oorlog - passeren de revue. Het typetje van Mr. Humphries zou anno 2021 door de holebi's aan de schandpaal worden genageld. Ik kocht de serie ooit in Engeland, maar heel wat pointes in de dialogen ontgingen me volkomen en daarom schafte ik me onlangs dezelfde box aan mét Nederlandse ondertitels. Ook de vertaler van dienst krabde zich in de haren. Geregeld is het wachten op ondertitels die niet komen.

Vader inventariseerde in de jaren 80 alle afleveringen op VHS-cassettes en moeder stak ze bij mijn gestreken wasgoed. Dezelfde vader die mij in de jaren 70 verbood om de reeks te zien wegens té vulgair. Vergeleken met het niveau van de meeste stand-up comedians is dit onschuldig en nooit kwaadaardig vertier. Hoewel geen enkel personage echt sympathiek is, amuseer ik me kostelijk met dit kakelbonte gezelschap. Een half uur. Langer moet niet. Dan begint het gekir van Mr. Humphries me op de zenuwen te werken en is de zoveelste grap over de pussy van Mrs. Slocombe wel erg voorspelbaar.


Er is trouwens iets merkwaardigs aan mijn Nederlands ondertitelde dvd-box: de serie wordt daar gequoteerd als 'voor allen'. Op de Engelse versie verschijnt aan het begin van elke dvd: 'vanaf 12 jaar'.

Misschien kijk ik naar de gekuiste versie?

MET KATOGEN


Als ik rond 11 uur 's avonds mijn plekje van het zitmeubel in het salon opeis, liggen Tom en Kabouter halfslaperig in harmonieuze houding op het donkerrode fleece deken aan de andere kant van de zithoek. Tom en Kabouter zijn mijn 2 poezen die op een onbewaakt moment kwamen aanlopen op mijn terras en het hier naar hun zin hadden. Vóór dit olijke duo ving ik een zwarte kat met aids op, die Charles-Louis werd gedoopt. De dierenarts keek op van zijn potsierlijke naam tot het haar duidelijk werd dat zowel Charles als Louis mijn achternaam droegen. Het was een aanhankelijke poes maar na anderhalf jaar vrat de ziekte aan hem. Toen in juni 2019 een zwarte kitten kwam aanhuppelen, beschouwde ik dat als een tweede kans. Ik zag in Tom - dit keer resoluut gekozen voor een compacte naam - de reïncarnatie van Charles-Louis. Hij werd in geen tijd goede vrienden met Kabouter, de witrosse die enkele dagen na de dood van Charles-Louis op een zomeravond langs mijn benen schuurde om me te troosten.


Beide poezen weten dat ik voor 23 uur geen huiselijkheid opzoek. Soms springt Kabouter op mijn bureau. Zijn signaal dat ik de werkdag moet afronden. Zodra de gekozen film begint, laat hij Tom in de steek en installeert zich op mijn schoot. Mijn film of tv-aanbod interesseert hen nauwelijks. Bij de start van een MGM-film weet ik ondertussen dat de tot 2 maal toe brullende leeuw hen onrustig maakt. Dus gaat de klank op stil. Tom keek de eerste dagen gebiologeerd naar het luikje van de dvd-speler dat open- en dichtging en installeerde zich in een sluipende houding voor het toestel om bij de volgende 'Sesam open u' toe te slaan. De magische 'in & uit'-truc zinderde enkele avonden na tot het nieuwe er van af was.


Bij de Franse klassieker "Le Chat" met Jean Gabin en Simone Signoret vreesde ik het ergste. Signoret die jaren zwijgzaam naast haar norse echtgenoot Gabin in huis leeft en wraak op hem neemt via zijn kat, moet voor hen pure horror zijn. Geen reactie.

Gisterenavond had ik wél hun volledige aandacht. Met het gevangenisdrama "The Birdman Of Alcatraz" uit 1962. Burt Lancaster speelt de tot levenslang veroordeelde moordenaar Robert Stroud die in zijn cel de toelating krijgt om vogels te houden en zelfs belangrijk onderzoek verricht. De echte Stroud overleed één jaar na de filmrelease.

Tom & Kabouter hoorden op een hoogst ongewoon uur de vogels van mijn tuin het salon inpalmen. Ze veerden recht, draaiden rondjes en kropen onder het zitmeubel. Het mondde uit in een soort 'Spel zonder Grenzen' rond én in mijn grote kamerplant. Ik zag me genoodzaakt de film stop te zetten om erger te voorkomen.


Als ik het vervolg van "The Birdman of Alcatraz" wil zien, wordt het voor één keer een namiddagvertoning. Zonder poezen.

Die vermaken zich dan in mijn tuin.

Zolang ze maar nergens aankomen.

RANZIGE AWARDS


Amerika is een land van entertainers. Denk aan Disneyland. Aan de Superbowl, aan de vorige president. Aan de Oscars. Komende zondagnacht is het zover, maar aangezien de genomineerde films nauwelijks in de bioscoop draaiden, wordt het een feestje in mineur. Een dag eerder reiken ze in Los Angeles de Razzies uit. Officieel heet het de Golden Raspberry Awards, in het leven geroepen in 1981 met de Village People musical "Can't Stop The Music" als eerste winnaar in de categorie 'slechtste film van het jaar'.

Het enige land waar de film succes had, was… België. Village People kwam in september 1980 drie dagen lang afgezakt naar Antwerpen, trad op voor Cinema Rex op de De Keyzerlei en wurmden zich door een enthousiaste massa van 60.000 fans. De hype werd gevoed via het blad Joepie, de Streekkrant en de GB Quick die gratis milkshakes gaf bij aankoop van 2 tickets. "Can’t Stop The Music" stond wekenlang op de affiche. In Amerika ging de film roemloos ten onder en het muzikale lot van Village People werd er door bezegeld.


De Razzies bekronen zogezegd het allerslechtste van Hollywood en koketteren al jaren met slechte smaak. Bedenker John J.B. Wilson is wellicht een gefrustreerde copywriter die het zelf nooit maakte als scenarist en daarom jaarlijks knarsetandend - en petit comité - enkele prestigieuze, vaak geflopte filmproducties en beroemde sterren van hun voetstuk haalt. Het zal wel als parodie bedoeld zijn om de filmbusiness, die zichzelf zo graag bewierookt, te relativeren maar het geheel komt mij erg gratuit en zelfs pesterig over. Natuurlijk viseert meneer Wilson grote namen want anders gunt niemand zijn jaarlijks pretmoment een blik. Enkele beroemdheden kwamen hun trofee persoonlijk in ontvangst nemen: Sandra Bullock en Halle Berry bogen zo de negatieve aandacht om in een triomf omdat ze konden terugvallen op een eerder gewonnen Oscar. Bullock won die zelfs in hetzelfde jaar als haar Razzie (weliswaar voor een andere film). Het weinige dat wij hier te zien krijgen van de gala-avond, oogt overigens heel saai. Er is nauwelijks decor en de vormgeving is stijlloos. Wellicht bewust. Het beeldje is een goud gespoten framboos van kunststof niet groter dan een pingpongbal en kost nog geen 4 dollar.

Dit jaar behoren ronkende namen als Bruce Willis, Robert Downey Jr. en Glenn Close tot de gegadigden om een Razzie te winnen. Close is trouwens voor dezelfde rol genomineerd voor de Oscar.


Misschien wordt het tijd dat er enkele pretentieuze, slaapverwekkende films worden onderuit gehaald, die jaarlijks door een handvol filmjournalisten de hemel worden in geprezen als meesterwerk maar waar geen kat naar komt kijken. Heel af en toe wint er zelfs eentje een Oscar. Vreemd genoeg blijven die buiten schot.

Ik noem wijselijk geen titels.

Het zou me een Razzie opleveren.

GRAPPEN OP DE FILMSET


Er wordt blijkbaar wat afgelachen op de filmset. Hoewel een filmproductie op zich één 'kostelijke grap' is en een hele ploeg staat te wachten, is zo'n georkestreerd moment bevorderlijk voor de teamgeest, wordt beweerd. Het lijkt me wel erg ongepast bij een doorleefd drama waarin acteurs helemaal in hun rol zitten. Daniel Day Lewis zou er zeker niet mee kunnen lachen.

Tom Hanks zag dat zijn tegenspeelster Julia Roberts op de set van de film "Larry Crown" tussen 2 opnames telkens haar breinaalden bovenhaalde. Dat bracht hem op het hilarische idee om Roberts op een ochtend te verrassen met de hele ploeg - van klankman tot schminkster - die aan het breien was.


Steven Spielberg hield Harrison Ford voor de gek tijdens de opnames van "Indiana Jones And The Temple Of Doom". In een scène waarin hij vastgebonden werd aan een muur en zweepslagen kreeg van de vijand, stond Ford met de rug naar zijn belager. Het bleek superster Barbra Streisand te zijn die Spielberg zover had gekregen om deze grap met Ford uit te halen.

Soms had een grap een wrange bijsmaak: Paul Newman kon het helemaal niet vinden met Otto Preminger, de regisseur van "Exodus". Tijdens een gevechtscène gooide Newman een pop die zijn kleren droeg over de rand van een hoge burcht en bezorgde Preminger een beroerte. Hij dacht werkelijk dat Newman verongelukt was.

George Clooney is de kampioen van de flauwe grappen. 1 april komt jaarlijks meermaals voor op zijn kalender. Hij dreef zijn vriend Matt Damon tot de waanzin op de set van "The Monuments Men". Die probeerde voor de film enkele kilo's af te vallen. Clooney huurde de kledingafdeling in om de broeken van Damon elke dag een beetje te versmallen. Damon begreep er niets van en vernam pas na de film waarom hij dacht dat hij alsmaar verdikte. Clooney heeft ook een arsenaal bumperstickers die hij op de wagens van zijn collega's kleeft in een onbewaakt moment. Zo reed Brad Pitt een tijdlang nietsvermoedend rond met de sticker 'kleine penis aan boord'. 


Zelf was ik ook ooit het slachtoffer van zo'n grap, op de TV-set van "Cinemanie", de filmquiz die ik begin jaren 80 presenteerde in het Amerikaans Theater. Voor de laatste aflevering van het eerste seizoen hadden ze het water in het glas op mijn bureau vervangen door pure gin. Bij de eerste flinke slok moest de cameraman dat in beeld nemen. Je zag me verschrikt kijken want ik had de reputatie nauwelijks alcohol te drinken. Na de tweede slok keek ik onbegrijpend in het rond maar de hele ploeg deed natuurlijk alsof ze van niets wist. Op het einde van de opname sprak ik met een dikke tong en waggelde tot bij de winnaar. Gelukkig had ik toen nog geen rijbewijs en kon ik meerijden met een collega, die wellicht in het complot zat.

Ik zin nog altijd op wraak.

En sindsdien heb ik geen druppel gin meer geproefd.


Bij de foto: Tom Hanks met breiwerk verrast Julia Roberts.

HET ABC VAN DE CINEMA


De lente heeft zich gemeld. De bijhorende schoonmaak woedt sinds enkele dagen in mijn huis. Het cliché wordt altijd in ere hersteld. Geen verklaring voor. Ik wil en zal mijn kasten uitmesten. Die zitten propvol archieven, oude tijdschriften - het merendeel over film - fardes en prullaria. Ik hamster overwegend oud papier dat alleen voor mij waarde heeft. Vroeg of laat verbrand ik het ritueel. Mijn intentieverklaring om de stapel jaarlijks met 20% te verkleinen kent steevast een teleurstellende afloop. Alles wat met cinema te maken heeft doet me wankelen en twijfelen maar wordt in de slotfase toch weer veroordeeld tot een jaar langer isolement in de bovenste ingemaakte kasten, waar ik alleen aan kan met een trapladder. Voor het geval dat.


Vorige week begon ik voor de zoveelste keer aan mijn dvd-archief. Aanvankelijk klasseerde ik alles alfabetisch. Helder en eenvoudig. Van A tot Z. Van "Amadeus" tot "Zorba The Greek". Maar daar begint het al: de klassieker "Zorba The Greek" heet officieel "Alexis Zorba" en hoort in feite bij de A. Alles leek op orde tot ik een nieuwe voorraad films kocht en ontdekte dat ik te weinig ruimte liet bij de D of R waardoor ik de hele colonne dvd's mocht opschuiven. Uiteindelijk begon ik dvd's bovenop andere te gooien en week uit naar andere kasten. Chaos in het klassement lag in geen tijd op de loer. Dan kwamen er dikke dvd-boxen bij van een bepaalde acteur of regisseur die door hun formaat niet tussen de gewone collectie pasten en werden er hoekjes in huis gecreëerd, gewijd aan één van mijn filmgoden. Alles van Hitchcock naast het oude plaatmeubel, alles van Truffaut achter de tropische kamerplant. De collectie Audrey Hepburn zit weggemoffeld achter de flessen Porto, die ik telkens voor mijn verjaardag krijg en nooit opdrink. Ondertussen heb ik verregaande, zinloze nevenklassementen: kinderfilms, musicals en documentaires. Vooral de kast met Franse films begint uit te puilen. Deze kat vindt zijn jongen bijna niet meer terug.


Daarom vroeg ik goede raad aan een filmvriend die blijkbaar wél alles op orde krijgt en waarvan ik zijn dvd-archief kan raadplegen via een keurige site op het internet. Hij geeft elke film een nummer, jaartal en letter die het genre omschrijft. Toch kreeg ik nooit inzage in zijn klassement. Als ik iets zocht, haalde hij het boven in zijn filmkamer. Hij kwam meestal binnen de minuut weer naar beneden wat me deed vermoeden dat zijn archief feilloos was. Helaas. Gisteren liet hij me uitzonderlijk toe tot zijn paradijs. 2 keurig gevulde rekken, die ik alleen kon bereiken door over propvolle kartonnen dozen heen te stappen. Bovenop: stapels dvd's, schots en scheef. Teleurstelling.


Orde. Dat zit in mijn hoofd, zei hij.

Daar zal ik het maar mee doen.

Ik stof mijn dvd-collectie dit jaar hooguit af met een plumeau.

OP EENZAME HOOGTE


Ik sta in twijfel om een exclusieve box aan te schaffen van de klassieker "The Third Man". Het prijskaartje is behoorlijk hoog: net geen 150 euro. Daarvoor krijg ik 3 blu-rays - ééntje met de film, twee met extra’s - 1 cd met de soundtrack, een handvol postkaarten en poster. De film uit 1949 van Carol Reed met Joseph Cotten, Alida Valli en Orson Welles is opgefrist, maar daar zal ik op mijn klein TV-scherm weinig van merken. Bovendien hou ik van dat groezelige sfeertje en het spel met licht en donker. Ik heb 2 versies van de film op dvd. Tien jaar geleden kwam ik in de verleiding "The Third Man" opnieuw te kopen vanwege tal van extra's. De cd met de muziek op citer van Anton Karas heb ik ook in tweevoud. Toen ik na jaren de soundtrack in Milaan vond, kocht ik meteen de 2 beschikbare exemplaren op. Het intrigeert me alleen wat er op die 2 overige blu-ray-schijfjes staat. Het zou me verwonderen dat ze 70 jaar na datum verborgen parels terugvonden. Wellicht zijn het recente interviews en opnames die je hooguit één keer bekijkt. Daarvoor 150 euro neertellen is decadent. Dus: beter niet doen.


Helaas. Telkens ik Facebook open, dwarrelt tussen de berichten een foto van de bewuste "Third Man"-box. De site waarop ik klikte en bijna tot de aankoop overging, is zo attent me er dagelijks aan te herinneren. De film oefent sinds de kindertijd een magische aantrekkingskracht op me uit. Hoewel ik als jongen van 7 weinig van het thrillerverhaal begreep, was ik gefascineerd door het naoorlogse, verwoeste Wenen vol mysterieuze schaduwen en de helse finale in de riolen van de stad. Ondertussen zag ik "The Third Man" meer dan 70 keer. Ik boekte een citytrip naar Wenen, louter om de locaties van de film te bezoeken: van het enorme kerkhof tot de Prater, het pretpark buiten de stad. Ik kwam thuis met prachtige verhalen. Over Orson Welles die de muren van de riolen liet parfumeren omdat hij anders weigerde te filmen. "The Third Man" staat voor mij in alle opzichten op eenzame hoogte. De sublieme zwart/wit fotografie, het verhaal van Graham Greene, de mix van filmgenres, de gebalde dialogen, de vinnige regie, de penetrante muziek. Geen film die me ooit meer wegblies. De memorabele scène in het groot wiel is letterlijk het hoogtepunt. Ik zocht tevergeefs de cabine in het reuzenrad waarin Orson Welles op beangstigende hoogte Joseph Cotten voor dilemma's stelt en zijn monoloog afrondt met een absurde en toch rake vergelijking tussen Italianen en Zwitsers en… de koekoeksklok. De gondel van het rad bleek nagebouwd in de filmstudio.


Misschien wordt die anekdote wel onthuld op één van de extra blu-rays. Maar dat wist ik al. En toch: die box hoor ik als beate bewonderaar van de beste film aller tijden in huis te hebben.

"The Third Man" zal me mijn hele leven blijven achtervolgen.

OPBOKSEN TEGEN VOOROORDELEN


Vorige week had ik het al over de gedupeerden die op het Oscarpalmares compleet ontbreken: van Donald Sutherland tot Richard Gere. Hollywood waakt er sinds kort over dat meer zwarte acteurs/actrices worden genomineerd en vrouwen in andere categorieën een kans krijgen. Een aanpassing die gebeurde onder lichte druk om politiek correct te zijn. Maar er is duidelijk sprake van andere vormen van discriminatie.

Elke acteur die James Bond vertolkt, is gedoemd om de rest van zijn carrière genegeerd te worden. Roger Moore, Pierce Brosnan, Daniel Craig en Timothy Dalton hadden nooit iets te zoeken op een Oscargala. Géén van hen kreeg ooit een nominatie. Sean Connery werd in 1988 - na ettelijke glansrollen - eindelijk genomineerd voor "The Untouchables" en won. Maar daar bleef het bij. Spierbundels en actiehelden maken zelfs geen schijn van kans.


Het herinnert me aan een gênant voorval eind jaren 90. Ik parkeerde me in een ondergrondse garage in hartje stad om naar - wat had je gedacht - een nieuwe film te gaan kijken. Er waren toen geen onbemande kassa's. Je betaalde aan het loket dat zich aan de uitgang van de parking bevond. Als je naar buiten reed, deed de man achter het glas de slagboom voor je open. Bij mij bleef de slagboom dicht. Ik toeterde en gebaarde dat ik niet kon doorrijden. De man kwam uit zijn lokaal tot bij mij aan de wagen.

"Ik had u al herkend. Wij moeten eens praten."

"Euh?"

"Hebt u wel eens gehoord van Chuck Norris? Steven Seagal? Jean-Claude Van Damme? 'Onze' Jean-Claude Van Damme? Toch iemand om trots op te zijn?"

Ik wou hem melden dat ik dringend op een afspraak moest zijn, maar besefte dat zo'n smoes geen zin had.

"En toch. U hebt recent exact 1 minuut aan zijn nieuwe film besteed in uw programma op de regionale televisie. Eén minuut. Andere films krijgen tot 4 minuten. Ik hoor door alles uw misprijzen heen voor dit soort cinema. Films voor mensen zonder denkspieren, hoor ik u zeggen. Die acteurs komen 's avonds veel vermoeider thuis van de filmset dan die bekroonde acteurs die 6 keer hetzelfde zinnetje debiteren en daarbij hooguit een wenkbrauw moeten optrekken. Heb ik geen gelijk?"

Ik denk dat ik toen mijn vierde 'euh' stamelde.

"De slagboom gaat niet naar boven als u niet belooft de volgende nieuwe film met 'onze' Jean-Claude gelijkwaardig als alle andere films te behandelen. Zonder vooroordelen. Ziet u die films in feite wel?"

Na mijn plechtige belofte lag de weg naar de vrijheid weer open. Hij zwaaide zelfs nog. Ik hield woord maar vermeed de parking de eerste jaren.

Het deed me nadenken. Ongelijk heeft hij niet. Van Damme en alle anderen zijn acteurs die al jaren moeten opboksen tegen vooroordelen. Misschien moet de Oscarjury maar eens werk maken van een categorie 'beste actieheld'.

En halen we zo een Belgische Oscar binnen.

Dankzij JCVD.

OSCARS IN MINEUR


In de nacht van zondag op maandag werden de Golden Globes uitgereikt. Normaal gezien was 28 februari Oscarnacht maar dat evenement wordt uitgesteld naar 25 april. Dit jaar geen rode loper, geen horde fotografen die zich vergaapt aan sterren in potsierlijke jurken, geen legioen van filmsterren met maar één ambitie: het gegeerde beeldje mee naar huis nemen. Het zal allemaal anders zijn.


Ik hou van cinema. Met hart en ziel. Maar het is een wereldje dat zichzelf graag bewierookt. Dit jaar lijkt het aantal prijzen en onderscheidingen minder in aantal maar doorgaans wordt deze maand gul met prijzen, beeldjes en trofeeën gegoocheld. De Fransen hebben hun Césars, de Britten de Bafta's, de Spanjaarden de Goya's, de Duitsers de Lola's en wij de Ensors. Tenminste in Vlaanderen, want in Wallonië zijn er dan weer de Magrittes du Cinéma. Nederland heeft de meest originele filmprijs: het Gouden Kalf. Zoals ze in Venetië de Gouden Leeuw, in Berlijn de Gouden Beer en in Cannes de Gouden Palm hebben. Dat zijn de meest begeerde. Er zijn duizenden filmfestivals in de hele wereld en ook die reiken graag een handvol prijzen uit. Met een lifetime achievement award kunnen de organisatoren van kleinere festivals een bekende acteur, actrice of regisseur naar hun evenement lokken en zo het gebeuren meer glans en prestige geven. Er zijn ook de 'niche' festivals. In eigen land hebben we er zo twee: het festival van de politiefilm in Luik en het festival van de Franstalige film in Namen. Ook daar is er op de slotavond een palmares met winnaars. Het woord prijzenregen werd wellicht in filmland uitgevonden.


Het is op den duur bijna verdacht als een film of acteur nooit een prijs won. De onderscheidingen zitten overigens vol tegenstrijdigheden. Sociaal filmer Ken Loach werd op het meest prestigieuze festival ter wereld in Cannes tot nu toe 14 keer bekroond, waarvan 2 keer met de Gouden Palm. Bij de Oscars kreeg Ken Loach in al die jaren niet één nominatie voor zijn films. Het aantal beroemde en bejubelde acteurs en actrices die nooit werden genomineerd voor een Oscar is indrukwekkend: Richard Gere, Donald Sutherland, Jim Carrey, Hugh Grant, Bruce Willis, Mia Farrow, Demi Moore en Meg Ryan. De lijst is veel langer. Het staat in schril contrast tot de 21 nominaties van Meryl Streep, die er 3 won. Boxoffice-kampioenen Harrison Ford en Eddie Murphy mogen bijna vereerd zijn dat ze ooit met één luttele Oscarnominatie even tot de elite behoorden. Want al die prijzen - ook bij ons is dat zo - lijken te worden bewaakt door een select clubje.


De moraal van het verhaal: beeldjes en trofeeën zijn relatief.

Ik vermoed dat heel wat acteurs blij zullen zijn dat ze zondagnacht uit beleefdheid geen staande ovatie moeten geven aan de concurrent die de prijs wegkaapt waar zij op hadden gehoopt.

Vooraf: deze column verscheen in aanloop naar Valentijn in Primo TV Magazine.

KNUFFELMOMENTEN MET FILM


Ik dacht altijd van mezelf dat ik een romanticus was. Ik hou van kleine attenties. Van een ruiker bloemen tot het pralinedoosje op het kussen. Met mijn voorraad theelichtjes kom ik toe tot ik honderd word. 80% van mijn muziekcollectie is geschikt voor etentjes bij kaarslicht. Als ik voor mijn dvd-kast sta, begin ik te twijfelen aan dat romantische imago. Geen enkele volbloed liefdesfilm wringt zich tussen mijn klassement. Geen "Love Story", "The Way We Were" of "Notting Hill". Schattig om één keer te zien maar niet voor mijn eeuwigheid bestemd.


De recente lading liefdesfilms - genre "The Notebook" - zag ik onder lichte dwang omdat ik toen een filmmagazine op de regionale zender presenteerde. Meestal zag ik het nieuwe aanbod op verlaten momenten in de bioscoop of in een persvisie, maar liefdesfilms keurde ik liever in een volle zaal. Als enkeling tussen koppeltjes werd ik geregeld aangestaard. Ik observeerde de silhouetten voor en naast mij meer dan de film zelf. Sloeg de vonk van het doek in de zaal over, dan was de film geslaagd. Ik zag meermaals dames bij aanvang van de film hun papieren zakdoekjes klaarleggen op de armleuning van hun zetel of koppels elkaar tijdens crisismomenten in de film moed inspreken. Terwijl je met de ogen dicht wist dat het goed zou komen. Het zijn doorgaans gelikte formulefilms hoewel daar niets fout mee is. Cinema ter vermaak van verliefden.


Als ik bij mijn favorieten op zoek moet naar de geschikte Valentijnfilm wordt het uitkijken. Er sluimert in de meeste films wel een romance maar het mondt vaak uit in een onmogelijke liefde. "Roman Holiday", "Una Giornata Particulare", "Brief Encounter". Mijn film aller tijden is een film noir, thriller maar net zo goed ultieme liefdesfilm. In "The Third Man" blijft Alida Valli geloven in de onvoorwaardelijke liefde hoewel haar minnaar Orson Welles een misdadiger zonder scrupules is die haar in de problemen bracht en met haar gevoelens speelt. Even lijkt het of Joseph Cotten haar verdwenen geliefde kan doen vergeten maar in de allerlaatste scène wordt de kijker alle hoop ontnomen.


Dan maar "The Sound Of The Music". Na een half uur wens je dat de strenge Baron Von Trapp niet huwt met de hooghartige barones maar valt voor de charmes van gouvernante Fraulein Maria. Net wanneer de kans groot is dat Maria terugkeert naar het klooster, komt het allemaal goed onder het prieeltje in de tuin met de mooiste liefdesscène die ik zag. Suikerzoet en toch teder en oprecht. Toen ik de film voor het eerst zag in de parochiezaal was dat in een geamputeerde versie zonder het oorlogsgedeelte. De kinderversie van "The Sound Of Music" eindigde bij het huwelijk van de onlangs overleden Christopher Plummer en Julie Andrews terwijl het kerkkoor "How Do You Solve A Problem Like Maria?" zong.


Zo romantisch was dat nu ook weer niet.

AMUSANTE FREAKSHOW


Ik las onlangs dat Tim Burton zich buigt over nieuwe TV-afleveringen van "The Addams Family". De gekke familie blijft tot de verbeelding spreken. Cartoonist Charles Addams ontwierp in 1938 een strip rond een gezin dat zichzelf volkomen normaal vindt maar één groot rariteitenkabinet is. Het was niet zonder risico om een reeks van 25 jaar oud weer tot leven te wekken in de bioscoop begin jaren 90 maar het werkte, dankzij de heerlijke rolverdeling. Angelica Huston werd Morticia, een rol waar Cher en Kim Basinger op aasden. Huston moest zich in een metalen corset wringen en liep vaak met hoofdpijn op de filmset rond. Karakteracteur Raul Julia was Gomez , Christopher Llloyd speelde Uncle Fester, een rol bedoeld voor Anthony Hopkins die er geen heil in zag. Een vervolg kon niet uitblijven: "The Addams Family Values". Kort daarna overleed Raul Julia, 54 jaar jong. Bij ons gingen de 2 films in première eind december 1991 én 1993. Ik had vage herinneringen aan de zwart/wit TV-serie die van 1964 en 1966 twee seizoenen liep. Tot mijn grote vreugde was de dvd-box met 64 afleveringen te koop en sinds kort trakteer ik me elke avond - hoe later, hoe liever - op 1 of 2 afleveringen van "The Addams Family".


Mijn voorliefde voor amusante griezelfilms met Vincent Price en Christopher Lee werd op jonge leeftijd aangewakkerd door bezoekjes aan spookhuizen op de kermis. "The Addams Family" eert al die ouderwetse griezelklassiekers. Geen ranzige horror met afgehakte ledematen maar eenvoudige schrikeffecten zoals misttapijten, bewegende grafzerken en decors beladen met spinnenwebben.


Na het bezwerende muziekje met de vingerknip - het spookt de volgende ochtend nog door jouw hoofd - zie je hun fraaie woning, schatplichtig aan "Psycho". Elk aflevering speelt zich meestal af in het salon vol opgezette dieren, de folterkamer of serre vol vleesetende planten. Het klinkt akelig maar de quotering 'voor 6 en ouder' doet vermoeden dat de angstfactor erg laag is. De reeks zit vol puntige oneliners en heerlijke gimmicks: vader Gomez die wild wordt als vrouw Morticia Franse woordjes prevelt, Oom Fester die een gloeilamp in zijn mond kan doen branden, de boomlange butler Lurch die met diepe stem "You rang?" bromt nauwelijks 1 seconde nadat Gomez aan de bel trok. The Thing, de helpende hand des huizes, maakt meestal een korte verschijning. Lurch is mijn favoriet, een ersatz Frankenstein die nauwelijks emotie toont.


Ik wil altijd graag weten wat er van die illustere acteurs geworden is. Van de volledige cast leeft alleen John Astin nog, de steenrijke, flamboyante pater familias Gomez. Hij wordt op 30 maart 91 jaar. Daarna was hij de ster van de serie "Operation Petticoat". Morticia, met verve - hoewel altijd in het zwart gekleed - gespeeld door Carolyn Jones kreeg ooit een Oscarnominatie en speelde mee in de klassiekers "How The West Was Won" en "The Man Who Knew Too Much" van Hitchcock. Lurch kreeg daarna een rol in "Butch Cassidy" met Paul Newman & Robert Redford. Ook hij heette Cassidy met de achternaam: Ted Cassidy. Hij overleed erg jong, op 46 jaar. Maar het is vooral de acteur die oom Fester vertolkte, die helemaal niet zo illuster was. Jackie Coogan trad al toe tot het sterrendom op zijn vijfde als "The Kid" in het meesterwerk van Charles Chaplin in 1921.


Ik hou ze graag nog enkele weken tot bovenste beste buren.

In een vingerknip staan ze hier voor de deur... The Addams Family.

MIJN AVONTUUR MET DE LOODGIETER


In afwachting van de meest uitgestelde film aller tijden, "No Time To Die", trakteerde ik me thuis op "Live And Let Die", de eerste James Bond die ik in de bioscoop in 1973 zag. De ruwe kantjes uit de vorige Bondfilms waren er afgevijld en vervangen door een vleugje humor en dat beviel de fans van het eerste uur niet. Ik wist niet beter en genoot als 12-jarige van deze cocktail van avontuur, spanning, humor en romantiek. Groot was mijn verbazing toen vooraf op mijn dvd in geblokte letters de melding verscheen 'deze film is verboden onder de 12 jaar'. "Live And Let Die" pakt uit met voodoo, slangen en krokodillen maar in iedere Harry Potter zitten meer schrikmomenten. "Live And Let Die" is jaren na datum wel hopeloos incorrect want elke booswicht in de film is zwart. Daar valt vroeg of laat nog iemand over.


Tegenwoordig heb je een arsenaal aan symbolen die omfloerst duidelijk maken of je te maken krijgt met geweld, seks, drugs of expliciete taal. Een commissie geeft er een getal aan: AL (voor iedereen), 6, 9, 12, 16. Vroeger was het eenvoudig: je had KT en KNT. Jonge mensen die vertrouwd zijn met sms-taal weten niet eens waarvoor het staat. Er was nog een andere categorie, maar die gold meestal alleen voor middernachtvertoningen 'streng verboden onder 18 jaar'. De jaren 70 waarin ik opgroeide, waren de hoogdagen van de softporno in de cinema. Het verbaasde me niet dat "Mazurka Der Liefde" werd gebrandmerkt als KNT maar ook episch spektakel als "Ryan's Daughter" van David Lean of het guitige "Cactus Flower" met Goldie Hawn kregen de stempel KNT aangesmeerd. De helft van het bioscoopaanbod was tot begin jaren 80 KNT.


Op mijn 18de wou ik zo'n KNT-film keuren. Samen met buurjongen Alex trok ik naar "Adventures Of A Plumber's Mate", een Britse sekskomedie in Cine Pathé. We moesten flink aanschuiven en ik was bang dat mijn leraar Grieks toevallig langsliep en me de rest van het schooljaar schuin zou bekijken. De film stelde niets voor: pikante dialogen van het niveau "Are You Being Served" en een schaarse blote damesborst. Achteraf bleek hoofdrolspeler Christopher Neil de ster van een hele reeks aangebrande komedies. Hij presenteerde zelfs gelijktijdig een kinderprogramma op BBC. Later werd Neil beroemd in de muziekwereld als producer van Rod Stewart, Celine Dion en José Carreras en schreef ettelijke hits, zoals de meezinger "Morning Train" van Sheena Easton. Hij schaamde zich nooit voor zijn verleden. Elaine Page - één van de stoeipoezen - wél. De zangeres die later de ster werd in Andrew Lloyd Webber musicals, wou haar naam van de affiche zodra ze beroemd werd. Haar verzoek werd niet gehoord.


Gelijktijdig met "De avonturen van een loodgieter" draaide in september 1978 de herneming van "Live And Let Die". KT. Want de stoeipoezen van Bond bleven aangekleed.

FANATIEKE FILMTREKJES


In een tweedehands dvd/cd-winkel in hartje Brussel betrapte ik me er vorig weekend op dat ik het nog altijd niet heb afgeleerd. Een oude gewoonte die erin sloop begin jaren 80: ik herschik heel subtiel de rekken. Als ik een verborgen parel vind in het dvd-aanbod plaats ik de film helemaal vooraan - als ik hem tenminste zelf nog niet in mijn collectie heb - en wil zo een geïnteresseerde filmliefhebber attenderen én verleiden tot een mogelijke aankoop. Een alfabetisch klassement hou ik intact, zo rebels ben ik nu ook weer niet. Maar ik gids mensen graag naar een goede film door mijn keuzes op een meer opvallende plaats te steken. Ervaring leert me dat mensen vaak de eerste 10 dvd’s in een rek keuren en hun zoektocht opgeven als er geen titel uitspringt. Daar zorg ik dus voor. Het staat hen vrij om mijn keuze te negeren.


Eén van die films die ik steevast vooraan plaats in de dvd-rekken is de magnifieke Britse tragikomedie "Brassed Off" uit 1996 met Ewan McGregor en Pete Postlethwaite. Op een filmbeurs zat de dvd enkele jaren geleden weggemoffeld tussen een handvol derderangs actiethrillers, gedoemd om te eindigen in het recyclagepark. De verontwaardiging was groot en mijn rechtvaardigheidsgevoel eiste dat "Brassed Off" een thuis vond. Ik nam de dvd uit de kartonnen doos van de verkoper, bekeek uitvoerig de hoes alsof ik interesse toonde en stopte de dvd toch weer terug. Natuurlijk helemaal vooraan. Bij de volgende stand gluurde ik over mijn schouder naar passanten die na mij kwamen. Geen 2 minuten later zag ik een kalende man "Brassed Off" afrekenen en in zijn draagtas stoppen. Ik had zin om de man te omhelzen. Mijn goede daad van de dag was volbracht.


Vroeger kocht ik ook verschillende exemplaren van een - naar mijn gevoel - knappe film op als die schandalig laag geprijsd stonden. Ik kon het niet aanzien dat een meesterwerk zomaar in de uitverkoop werd gezet. Wat de verkoper ervan dacht als ik 5 identieke exemplaren op de rolband van zijn kassa legde, kon me niet schelen. Ik bood de films niet voor het dubbele van de prijs aan op een tweedehands site. Nee, ik gaf ze weg op de radio, bracht de film zo in de herinnering en prees hem enkele minuten lang aan maar het stond je vrij om te bellen of te mailen als je interesse had in een exemplaar. Ik vergeet nooit dat ik voor mijn verjaardag een dvd-box kreeg met 3 films van de Spaanse regisseur Pedro Almodovar. De vriend motiveerde zijn keuze: "Ik weet dat je niet van zijn films houdt, maar dit trio zal je écht wel leren appreciëren."

Dat is mij een etappe te ver.

Ik wil gidsen, niet opdringen.

En dat wil ik hier graag weer doen zodra de bioscopen open mogen. Gidsen naar fijne films die kunnen inspireren, charmeren, intrigeren en je wereldbeeld breder maken.

Hopen en dromend dat cinema snel weer floreren mag in 2021.

Vooraf: verscheen in Primo begin januari dit jaar.

BLIJ WEERZIEN


Zodra december in zicht komt, is er wel iemand die me polst naar mijn filmtop tien van het voorbije jaar. Eerlijk: ik hou daar totaal niet van. Al die volstrekt oninteressante klassementen van boeken, cd’s en het ergst van al: mensen. Vaak opgesteld door één persoon, die zijn of haar goede smaak nog even graag etaleert. Dat competitieve element is alleen zinvol bij sportieve prestaties. Ook de ergerlijke trend om sterren aan films te geven, zou ik graag beëindigd zien in 2021. Sterren geef je aan een koelkast. Maar hoe vaak hoor je niet "vanavond is er naar het schijnt een schitterende film want hij krijgt 4 sterren." Ik maak me geen illusies: die lijstjes en sterren, daar is nog geen vaccin tegen gevonden.


Ik zwijg daarom wijselijk over wat de beste films van 2020 waren. Temeer omdat het een gehavend en onoverzichtelijk bioscoopjaar was. Een film komt voor mij het eerst tot zijn recht in de zaal. Als er bepaalde scènes op mijn netvlies gebrand blijven, ga ik over tot de aankoop van de dvd om de film achteraf te raadplegen als een goed boek. Dat klinkt behoorlijk ouderwets maar de term old school beschouw ik al jaren als een ereteken.


Ik weet wél probleemloos wat de mooiste film was die ik het voorbije jaar zag. Het is een film die rijpte met de jaren en ooit in 1989 hoog in al die top tien lijstjes van eminente filmcritici stond en toch wegdeemsterde en amper op televisie werd vertoond. "Reunion" van Jerry Schatzberg is het intrigerende verhaal over de vriendschap tussen Hans en Konradin, twee adolescenten van verschillende afkomst die elkaar leren kennen als het nazisme begint te broeden. Tot het onafwendbare in zicht komt en Hans door zijn ouders wijselijk naar Amerika wordt gestuurd. Na 40 jaar keert Hans terug naar de plek waar hij opgroeide en probeert uit te vlooien wat er van zijn vriend Konradin geworden is. Een sluimerend oorlogsdrama met een thrillerelement. Een briljant scenario van de beroemde toneelauteur en Nobelprijswinnaar Harold Pinter die pas in de laatste minuut alle puzzelstukken perfect in elkaar laat passen. Daarbij is de film visueel een juweeltje en prachtig vertolkt (door o.a. Jason Robards en Samuel West).

Toen "Reunion" in de zalen kwam, ging ik op 2 weken tijd 3 keer kijken, zo geïntrigeerd was ik door de filmische uitwerking.


Na een hopeloze zoektocht vond ik de film het voorbije jaar zowaar op blu-ray onder de Franse titel "L’Ami Retrouvé". Het was alsof ik een dierbare vriend terugvond. Ik schafte me er prompt een blu-ray speler voor aan. Een film die ik in geen 30 jaar zag, stond me helder voor de geest: flarden dialogen, fotografische vondsten en visuele details. Ik was werkelijk bedwelmd.

Ik weet zeker: dit is een film die ik voortaan ieder jaar terug bekijk.

Voor een keer geef ik "Reunion" graag 5 sterren. En meer.

Vooraf: dit verscheen in Primo TV Magazine in de week van Kerstmis.

EENZAME BIOSCOPEN


Ik heb me meermaals afgevraagd wie op kerstavond naar de bioscoop gaat. Zelf ervaar ik film kijken als een eenzame bezigheid. Ik hoef niemand naast mij die zegt dat de actrice een mooie jurk draagt. Of iemand die de film van extra ondertitels voorziet. "Ooh!" "Hoe erg." "Hij gaat toch niet…" Dat soort korte zinnetjes vol emotie geeft een filmervaring vaak een heel andere wending. Het klinkt wellicht egoïstisch, maar film beleef ik het liefst in mijn eentje. Zoals een goed boek. Daar leest ook niemand over je schouder mee. En daarom vermoed ik dat op kerstavond de zalen vol zitten met eenzaten zoals ik. Maar ook écht eenzame mensen die blij zijn om volk rond zich te hebben op dat bijzondere moment. De bioscopen hebben op zo’n avond een niet te onderschatten sociale functie. Nu liggen ze er zélf verweesd bij tijdens de feestdagen.


Ik kan me hooguit één keer herinneren dat ik op kerstavond in de bioscoop zat. Louter om de tijd te vullen. Kerstavond 1983. Een zaterdag. Ik werkte sinds april dat jaar bij BRT 2 Omroep Brabant aan het Flageyplein en presenteerde de nachtuitzending "Twee Tot Twee" vanaf half 12. Dat programma - met het beroemde kenwijsje "Close Cover" van Wim Mertens - liep doorgaans tot 2 uur 's nachts en werd overgenomen door alle toen bestaande BRT radionetten. Daarna regeerde er stilte op de radio tot half 6 's morgens. Uitzonderlijk liep de uitzending door en bleef ik de hele nacht op post. Ik was er al in de namiddag maar rond 19 uur was de voorbereiding klaar.


Om de tijd te doden, flaneerde ik door de lege straat richting Porte de Namur en kocht een ticket voor de vertoning van 20 uur van de nieuwe surrogaat James Bond "Never Say Never Again" met Sean Connery. Dat jaar waren er 2 Bondfilms uitgebracht. "Octopussy" met Roger Moore draaide sinds september en stond nog altijd op de affiche. "Never Say Never Again" was nét uit. Het was uitkijken aan de Avenue Louise dat je geen vertoning koos die in het Frans gedubd was. De kassadame was allesbehalve vriendelijk, de portier - dat had je toen nog - scheurde met een nors gezicht mijn ticket en de hooguit 30 bezoekers leken er ook tegen hun zin te zitten. Van de film herinner ik me weinig. Connery had een ongezond bruine kleur en zijn toupet lag niet meer op dezelfde plek als vroeger. Alleen de doortocht van een piepjonge Rowan Atkinson in een Bean-achtig personage bleef me bij.


Zodra de eindaftiteling begon, gingen de gordijnen dicht voor het filmdoek - ook dat bestond nog - en gooide de portier de deuren open. We konden niet snel genoeg buiten zijn. Er was geen vertoning meer om 22u00. Achter mij ging het rolluik meteen naar beneden. Ik stond oog in oog met de etalage van Miss Etam die me in kleurrijke letters "Joyeux Noël" wenste .

Toen dacht ik: cinema op kerstavond? Dat nooit meer.

Vooraf: geschreven voor de feestperiode, hier en daar lichtjes aangepast.
Verschenen in Primo TV Magazine, 1 december 2020

HET LOUIS DE FUNES VACCIN


Franse komiek par excellence Louis de Funès zorgde in zijn thuisland tijdens de eerste corona lockdown voor kijkcijferrecords toen France 2 zijn films weer één voor één uitzond. Ook de verkoop van de De Funès blu ray en dvd-boxen werd daar in die maanden weer aangezwengeld. "Louis de Funès, c’est nous" was hun motivatie en hoewel Fufu - zijn koosnaampje - al in 1983 overleed, stond hij in 2015 bovenaan de lijst van beste Franse acteurs voor Lino Ventura (nog zo’n oude knar) en huidig chouchou van de Franse komedie, Dany Boon. Nicolas Sarkozy, de oud-president die terechtstaat voor fraude, gaf ooit toe dat hij zich graag ontspande met de films van de Funès en er zichzelf af en toe in herkende. Want de Funès legt zelden de fraaiste kanten van de Fransman bloot: kruiperig, achterbaks, autoritair, lawaaierig. Het verklaart wellicht waarom de Britten de enigen waren die van zijn films niets moesten weten. "Mostly unfunny" was hun verdict.


Ik moet ook een halve Fransman zijn want de Funès achtervolgt mij sinds mijn ouders me meenamen naar "La Grande Vadrouille" in Cinema Rex. Toen ik in 1978 filmschool wou studeren en bij de adviserende proef naast Alfred Hitchcock, Orson Welles en François Truffaut ook de Funès een eervolle vermelding gaf, mocht ik me verantwoorden. Jacques Tati - die ik koester - vond de jury grote kunst, maar op de Funès keken ze neer. Sindsdien heb ik een hekel aan de goede smaakpolitie die wil bepalen wat je goed mag vinden en wat niet. Ik heb ook een elitair cinefiel kantje, daar ben ik me van bewust. De so(m)bere cinema van Michael Haneke, Ken Loach of de gebroeders Dardenne waar ik ook van hou, zal nooit het grote publiek aanspreken maar als tegengewicht zoek ik mijn soelaas in komedies. Omdat het een enorm onderschat genre is. Komische cinema krijgt zelden de grote filmprijs, komische acteurs nooit de Oscar. Ik daag heel wat van die dramatische acteurs uit om overeind te blijven in een boulevardklucht. Komische acteurs die verbazen in een ernstige rol zijn er des te meer: recent nog Rowan Atkinson als Maigret.


De Fransen vereren weliswaar een aantal andere films van de Funès dan ik. "La Soupe Aux Choux" uit 1981 is daar een cultklassieker en vond ik een smakeloze brij en "L’Avare" is een aanfluiting op het originele stuk van Molière. Het is jammer dat bij ons de Funès telkens geassocieerd wordt met de Gendarme-reeks die op "Le Gendarme Se Marie" na te veel inzinkingen vertoont. Een aantal van zijn films zakken na een schitterende start halfweg in elkaar als soufflé wat bewijst hoe moeilijk het is om een komedie vol visuele gags anderhalf uur vol te houden.


Ik beveel daarom enkele de Funès films aan die bij ons in de vergetelheid geraakten. Niet "La Grande Vadrouille", "L’Aille Ou La Cuisse" of "Rabbi Jacob", die terecht in ons collectieve geheugen zitten. Wél: "Ni Vu Ni Connu" met de Funès zowaar in een sympathieke rol, als stroper die de volksheld van het dorp wordt. "Jo", een vinnige thrillerkomedie waar de Funès bijna buiten zichzelf treedt. "La Folie Des Grandeurs" waarin hij als Don Saluste een veel betere versie van de vrek vertolkte en Yves Montand - rol die voor Bourvil bestemd was - heerlijk weerwerk biedt. En wie het graag echt feestelijk maakt: de eerste drie kwartier van "Le Grand Restaurant" waarin de Funès als maître d’hôtel zijn personeel in de greep houdt. De "Muskatnuss"-grap en de dansscène zijn geniaal. Daarna wordt de film een James Bond parodie met té veel achtervolgingen en iets te weinig grappen.


Ik ben sinds mijn kindertijd ingeënt met het de Funès-vaccin en daarom zo blij dat zijn fratsen mij - in een zeldzaam dipmoment - houvast bieden. Misschien geraakt zijn vaccin vroeg of laat tot bij jou.

Dit was de korte column die ik schreef toen de bioscopen weer dicht moesten eind oktober.

BIOSCOPEN IN NOOD


De rolluiken van de cinemazalen moeten sinds woensdag middernacht weer noodgedwongen naar beneden. Begin juli gingen de bioscopen na meer dan drie maanden huisarrest open onder strikte, weinig aantrekkelijke voorwaarden.  Aan de voet van de voor bioscoopuitbaters zo belangrijke herfstvakantie herhaalt dit scenario zich, alleen weet niemand voor hoe lang. Het aanbod was bijzonder karig in de vier maanden dat de zalen toch open mochten: potentiële kaskrakers werden voortdurend uitgesteld, successen van de laatste 10 jaar werden uit het archief gehaald en zelfs Franse films die normaal in Vlaanderen straal genegeerd worden, kregen plots een kans en werden van Nederlandstalige ondertitels voorzien.


De enige blockbuster die de filmzomer wou redden, "Tenet" van Christopher Nolan verdient een medaille voor moed en opoffering, maar was net als de nieuwe James Bond gebaat geweest bij een uitsteloperatie. Warner Brothers stevent voorlopig af op een enorme flop en moet nog 250 miljoen dollar goed maken om break even te draaien. En dat met een film die in normale omstandigheden in één week tijd winst had gemaakt. Uitgerekend deze week werden de traditionele Sinterklaasfilms in stelling gebracht - sinds een 15 jaar een constante in de bioscoop - én kwam er weer een Vlaamse film uit, "Kom Hier Dat Ik U Kus", de tweede film naar een boek van Griet Op de Beeck. Vergeleken met het peperdure "Tenet" zijn dat low budget producties, maar een Sinterklaasfilm kan moeilijk een herkansing krijgen in januari. De enige Vlaamse productie die in de zomer soelaas moest bieden, de zonnige komedie "Cruise Control" zwalpte enkele weken doelloos rond in de zalen ondanks een droomcast onder aanvoering van Lucas Van den Eynde. In coronatijden vallen alle zekerheden weg.


Jan Verheyen had, zoals bijna altijd rond deze tijd van het jaar, zijn nieuwe film klaar maar ook die wordt wijselijk uitgesteld naar januari. Al is wellicht dat moment nog te vroeg om het integere "Red Sandra" bij het publiek te brengen dat de film verdient. Zelfs als de bioscopen het licht op groen krijgen om in de kerstvakantie terug te openen, gooit geen enkele verstandige filmmaatschappij na het debacle van "Tenet" zijn paradepaardje te grabbel voor een beperkt publiek.


De komende weken gaat de verkoop van flatscreens met uitzinnige afmetingen weer de hoogte in, vrees ik. Mijn vrienden lachen me uit als ze op bezoek komen maar ik blijf zweren bij mijn televisietoestel van 65 op 40 centimeter. Zo kom ik niet in de verleiding om de bioscoop ontrouw te worden. Ik sta te trappelen de dag dat de rolluiken weer naar boven mogen.